Arjan Brentjes
monnikenwerk
Al sinds de kunstacademie was het onderzoek naar de uitdrukking van verfstreken de basis van Brentjes’ werk. Dat 'onderzoek' had op een gegeven moment “een prominentere aanwezigheid nodig”, aldus Arjan Brentjes (1971). Van half 2004 tot eind 2005 werkte hij aan een serie schilderijen met bomen. “Ik was hierin vooral bezig mijn schildertechniek verder te ontwikkelen, en daarnaast onderzocht ik de mogelijkheden om met verfstreken iets uit te drukken, over te brengen. De penseelstreek was belangrijker voor me dan het portretteren van de bomen. Net als in de Japanse kalligrafie werden de lijnen op doek gezet met zowel concentratie als vloeiend gebaar. Deze lijnen waren niet in de eerste plaats beeltenis. Voor mij was het belangrijker wat ze konden uitdrukken in plaats van exact portretteren. Een soort aanvullende informatie om ideeën vrij te geven in de geest van de toeschouwer. In de boomserie zocht ik naar een taal van afbeeldingen in de structuren van takken. Met eenvoudige ingrepen of aanpassingen kan een schilderij dat eerst ‘voor de sier’ lijkt te zijn gemaakt, een subtiel gedicht worden in een taal van verfstreken. Ondanks dit onderzoek naar de 'communicatie'-mogelijkheden van verflijnen ging het werk toch vooral over zichzelf, de betekenis van de schilderijen zat geheel in het schilderproces. Ik werkte solistisch in een afgezonderd atelier en bemoeide me nauwelijks met de ontwikkelingen in de hedendaagse kunst. De serie was streng opgezet, telkens één boom in het midden van het schilderij. Monnikenwerk. “